groupV2 | Uw thuisbouwer
Uw
thuisbouwer
thuisbouwer
Duurzaam bouwen
FAQ
-
Zijn er architecturale beperkingen?
Neen! Bij houtskeletbouw is de architecturale vrijheid even groot als bij traditionele bouwmethoden. We starten van een basisontwerp, een prototype dat de bouwheer naar hartenlust kan kneden volgens zijn voorkeuren: langere, bredere, hogere muren; grotere, kleinere of geen ramen en deuren; andere posities; extra verdieping of volume; ander soort dak; positie van stopcontacten, verlichting, ...; noem maar op. Ontwerpen is bij houtskeletbouw even veelzijdig als bij traditionele bouw. Individualiteit en originaliteit worden, zoals bij alle bouwmethoden, mee bepaald door de afwerking: gevelmateriaal (baksteen, gevelpleister, beplating, ...), ramen en deuren (hout, aluminium, pvc), vloeren, verf ...
-
Is bouwen met houtskeletbouw enkel nuttig voor passiefhuizen?
Bouwen met houtskeletbouw is ALTIJD nuttig. Het enige 'probleem' is dat we met onze houtskeletbouwelementen enkel woningen KUNNEN bouwen met een E-peil lager dan E60 (huidige norm is E70), terwijl dat bij traditioneel bouwen een behoorlijke inspanning en investering vereist. Kiezen voor houtskeletbouw is dus goed nieuws voor de toekomst. Het gebouw zal met eenzelfde muurdikte niet alleen energiezuiniger zijn dan zijn traditionele variant, het zal ook makkelijker verkoopbaar zijn en zelfs meer opbrengen.
-
Is houtskeletbouw duurder dan de klassieke bouwmethode?
Houtskeletbouw is niet goedkoper dan de klassieke bouwmethode, maar biedt een enorme meerwaarde voor hetzelfde budget. U geniet levenslang van een lager energieverbruik waardoor de investering sneller rendeert. Conclusie: de investering is hetzelfde maar het voordeel van de levenslange lagere energiebehoefte maakt van houtskeletbouw als bouwsysteem een rendabele keuze.
-
Koelt het niet snel af in een houten woning?
Hout heeft als eigenschap dat het snel warmte opneemt en afgeeft. De zogenaamde inertie. U zou dus kunnen denken dat houtskeletbouwwoningen snel afkoelen. Toch blijken ze uitermate geschikt voor koudere regio's en bouwt men in Scandinavië en Noord-Amerika bijna uitsluitend met houtskeletbouw. Dankzij de hoge isolatiewaarde van de constructie en de naadloze, luchtdichte afwerking ontsnapt er geen warmte doorheen kieren e.d. Als u dan ook nog de verdiepingsvloeren isoleert (wat standaard het geval is bij houtskeletbouw) blijft de warmte zeer lang binnenskamers. Verwarmen gaat wel sneller omdat bij houtskeletbouw niet eerst de gehele muur opgewarmd moet worden. Bij steen en beton is dat wel het geval. Evident dus dat de energiefactuur van een houtskeletbouwwoning een stuk lager is dan die van woningen opgetrokken met traditionele bouwmethodes.
-
Heb ik last van geluidshinder?
Houtskeletbouwwoningen voldoen ruimschoots aan de gestelde akoestische eisen. In de binnenmuren stopt men voldoende isolatiemateriaal of kan men werken met dubbele beplating om geluidsoverdracht tegen te gaan. In de verdiepingsvloeren gaat ook extra minerale wol om het geluid te dempen. Daarnaast kan men een zogenaamde zwevende dekvloer voorzien die vooral het geluid van voetstappen opvangt. Zelfs bij rijwoningen wordt ruimschoots voldaan aan de akoestische eisen omdat de woningscheidende muren dankzij een luchtspouw los staan van elkaar.
-
Hoe komt het dat een houtskeletbouw energiezuinig is?
Hout heeft op zich een hogere isolatiewaarde dan klassieke bouwmaterialen. Een houtskeletbouwmuur is overigens volledig opgevuld met isolatie. Bij traditionele methoden werkt men met een structuur bestaande uit niet-isolerend materiaal (steen, beton, …) met daartussen isolatie. Zo ontstaat een vrij dikke muur om dezelfde isolatiewaarde te bereiken dan bij een dunnere houtskeletbouwmuur. Bij houtskeletbouw is de constructie tegelijkertijd structuur en isolatie. Het spreekt voor zich dat deze bouwmethode zich bijzonder goed leent tot het bouwen van energielage of passiefwoningen.
-
Houtskeletbouw en vocht
Aangezien we onze muren, vloeren en daken in een droge fabrieksomgeving maken met uitsluitend droge materialen is het eindproduct op zich meteen een droog product. Plaatsing op de werf neemt slechts 2 à 3 dagen per woning in beslag en kan ingepland worden naargelang de weersomstandigheden. De constructie is meteen wind- en waterdicht en we gebruiken geen water bij het monteren van de woning. De vele liters water die in cement kruipen voor het metsen van bakstenen muren en het aanbrengen van de deklagen hoeven dus niet uit te drogen. De dragende, houten constructie zit ingesloten tussen vochtwerende beplating en folies. Regenwater of optrekkend vocht kunnen het hout evenmin bereiken dankzij het afdichten van alle mogelijke kieren. Dikwijls is het gebruikte hout gedrenkt en dus op zichzelf vochtwerend maar je kan evengoed gebruik maken van ongedrenkt hout.
-
Houtskeletbouw en brandveiligheid
Houtskeletbouw voldoet helemaal aan de gestelde brandveiligheidseisen en -voorschriften. Sterker nog, vuur heeft binnen dezelfde tijd een kleinere impact op een houtskeletbouwconstructie dan op een traditioneel gebouwde constructie. Wanneer een houten balk brandt, vormt er zich een buitenlaag van houtskool die de kern (= de stevigheid) beschermt. Zo kan je perfect voorspellen wanneer een houten balk dreigt door te knappen met instorting van de constructie tot gevolg. Metalen liggers daarentegen, veelal gebruikt bij andere bouwmethoden, knappen sneller door en op een onvoorspelbaar moment. Beroepsvereniging voor verzekeringsondernemingen Assuralia bevestigt dat de meeste verzekeringsmaatschappijen dan ook geen hogere premies aanrekenen aan eigenaars van een houtskeletbouwwoning.
-
Wat is het verschil tussen een lage-energiewoning, een passiefhuis en een BEN-woning?
De drie woningtypes voldoen aan de EPB-regelgeving maar hebben duidelijk verschillende bijkomende eisen: Een lage-energiewoning:
- De netto energiebehoefte (verbruik voor verwarming en koeling) blijft beneden de 30 kWh/m2 vloeroppervlakte op jaarbasis.
- De netto-energiebehoefte blijft beneden de 15 kWh/m2 vloeroppervlakte op jaarbasis.
- De luchtdichtheid van het gebouw wordt gemeten en gecertificeerd: bij een drukverschil van 50 Pascal mag het luchtverlies per uur doorheen de gebouwschil slechts 60% van het volume van de woning bedragen.
- Eis op oververhitting: de binnentemperatuur stijgt niet meer dan 5% van het jaar boven 25°C.
- Er wordt gestreefd naar de beste verhouding tussen bouwkost en energiebehoefte.
- De energie die de woning verbruikt, is hoofdzakelijk afkomstig uit hernieuwbare energiebronnen.